Van post-audit naar vooraf zicht
Enerzijds het blijvende probleem van de btw-kloof, het verschil tussen verwachte en daadwerkelijk geïnde btw, dat in de EU jaarlijks tientallen miljarden euro’s bedraagt. Anderzijds de technologische mogelijkheden die het inmiddels toelaten om facturen, orders en boekingen direct digitaal beschikbaar te stellen voor controle.
Deze benadering staat bekend als Continuous Transaction Controls (CTC). In plaats van pas achteraf op volledigheid en juistheid te controleren, willen belastingdiensten al vóór of tijdens verzending weten wat er gebeurt. En in sommige gevallen zelfs vooraf goedkeuren of blokkeren.
Deze systeemverschuiving raakt bedrijven in hun kernprocessen. CTC gaat namelijk niet alleen over btw-compliance. Het raakt aan hoe organisaties facturen aanmaken, hoe ERP-systemen communiceren, hoe snel en correct gegevens beschikbaar zijn, en hoe landen grip krijgen op economische stromen. In dit artikel worden de modellen, technologieën en implicaties van CTC besproken; met inzichten uit de dagelijkse praktijk van bedrijven die dit niet alleen als verplichting zien, maar als kans om hun processen te versterken.
Waarom CTC geen technische verplichting is
In gesprekken met klanten merken we vaak dezelfde reflex: “Het is een nieuwe verplichting, dus laten we dat snel technisch oplossen.”
Maar dat is een te beperkte kijk. CTC is geen technische extra. Het is een wijziging in de verhouding tussen overheid en bedrijfsleven. Je deelt je data niet langer vrijwillig of periodiek; je bent verplicht om realtime of vooraf te communiceren. Daarmee verandert ook de machtsverhouding. De overheid wordt infrastructuurbeheerder van je handelsgegevens.
Tegelijk biedt die verschuiving kansen:
- Automatisering van aangiftes (pre-filling)
- Fraudedetectie vóór de keten losgaat
- Betere traceerbaarheid in supply chains
- Minder correcties en creditnota’s achteraf
- En vooral: een éénduidige digitale basis voor internationale samenwerking
Wie dat strategisch aanpakt, plukt er voordeel van. Wie alleen compliance afvinkt, raakt achterop.
Vier CTC-modellen en hun gevolgen
De term CTC wordt vaak in één adem gebruikt, maar in werkelijkheid zijn er meerdere implementatiemodellen. Elk met eigen gevolgen voor processen, techniek en verantwoordelijkheden.
1. Clearance: vooraf goedkeuring
In dit model keurt de overheid de factuur goed vóór je hem naar je klant stuurt. Pas na goedkeuring mag je verzenden. Italië, Mexico, India en Chili hanteren dit model. De factuur krijgt een unieke referentiecode van de overheid.
Dit vereist integratie met centrale overheidssystemen of met gecertificeerde dienstverleners die het clearanceproces technisch faciliteren. Wat je merkt in de praktijk: deze modellen dwingen tot standaardisering, maar laten minder ruimte voor uitzonderingen.
2. Real-time reporting: direct melden
Hier stuur je de factuur gewoon zelf naar de klant, maar moet je tegelijkertijd of onmiddellijk daarna de factuurgegevens bij de overheid aanleveren. Dit gebeurt bijvoorbeeld in Spanje (SII) en Hongarije. De overheid doet geen goedkeuring vooraf, maar verwacht volledige transparantie in realtime.
In Hongarije zagen we bedrijven worstelen met datakwaliteit en ERP-aanpassingen: transacties die te laat of onvolledig werden gemeld, leverden sancties op. Realtime betekent hier letterlijk: geen tijd voor herstel.
3. Periodiek rapporteren: basis voor pre-filling
Landen zoals Portugal en Noorwegen hanteren een model waarbij je periodiek (dagelijks of maandelijks) gegevens aanlevert. Dit biedt de overheid ruimte om zelf btw-aangiftes voor te vullen. Binnen de EU is dit model ook onderdeel van de eerste fase van de ViDA-plannen.
De impact hier zit vooral in consistentie: het hele proces, van verkoop tot boeking, moet logisch herleidbaar zijn, omdat je data later in je eigen aangifte terugkomt.
4. Netwerk-gebaseerd: zoals Peppol
Een bijzondere variant zien we in België: daar is de overheid toegevoegd als ‘vijfde hoek’ in het Peppol-netwerk. Alle B2B-facturen gaan via Peppol, en de overheid leest mee. Dit biedt realtime inzicht zonder dat er een centraal platform nodig is.
Dit model is in opmars omdat het meebeweegt met bestaande B2B-processen. Je behoudt als bedrijf je autonomie, maar met de zekerheid dat de overheid realtime meekijkt. Het is een vorm van CTC die goed past in landen waar interoperabiliteit en privacy in balans moeten blijven.
Technische routes: API’s, netwerken en controlelagen
Een belangrijke voorwaarde voor interoperabiliteit in CTC-omgevingen is het gebruik van geharmoniseerde semantische standaarden. Binnen Europa is EN 16931 daarin leidend. Deze norm definieert hoe een elektronische factuur inhoudelijk en structureel moet zijn opgebouwd, zodat zij begrijpelijk, controleerbaar en verwerkbaar is, ongeacht systeem of land.
In veel CTC-modellen is EN 16931 het semantische fundament: het bepaalt de velden, codes en relaties tussen gegevens. In combinatie met syntactische standaarden (zoals UBL en Peppol BIS) ontstaat zo een robuust kader voor realtime validatie en verwerking. Voor bedrijven betekent dit: wie nu al werkt met facturen die conform EN 16931 zijn opgebouwd, is beter voorbereid op internationale complianceverplichtingen. Achter elk CTC-model zit een technische architectuur. Wat we in de praktijk zien:
- Italië en Hongarije gebruiken gecentraliseerde overheidssystemen (SDI, NAV) die via API’s benaderbaar zijn
- Spanje biedt SOAP- en REST-koppelingen aan hun meldplatform
- In België wordt Peppol uitgebreid met extra validatielagen (5-hoek)
- Sommige landen werken met gecertificeerde platforms als tussenschakel (zoals in Latijns-Amerika)
In vrijwel alle gevallen geldt:
- Data-integriteit is cruciaal (wat meld je, wanneer, hoe consistent?)
- Authenticatie gebeurt via PKI-certificaten (wie mag melden?)
- Middleware is essentieel als je ERP niet realtime of foutloos communiceert
Voor multinationals met meerdere vestigingen betekent dit: je moet meerdere CTC-stromen tegelijk aankunnen, zonder dat elk land zijn eigen complianceproject wordt.
Wie stuurt dit aan?
CTC wordt niet alleen door nationale belastingdiensten opgetuigd. Integendeel; er is een hele beleidsinfrastructuur:
- De Europese Commissie zet CTC centraal in ViDA (btw in the Digital Age), waar het onderdeel is van de bredere Digital Reporting Requirements (DRR): een Europees kader voor digitale btw-rapportage, inclusief realtime meldplicht, periodieke uploads en pre-filled aangiften
- De OECD adviseert landen in wereldwijde harmonisatie van e-reporting
- Standaardorganisaties zoals CEN, UN/CEFACT en OpenPeppol werken aan interoperabele specificaties
- Leverancierskoepels zoals EESPA en ERP-platforms zijn betrokken bij impactanalyses
De centrale drijfveer blijft btw-controle, maar de ambitie reikt verder: realtime zicht op economische activiteit, automatisering van compliance, en zelfs het ondersteunen van ESG-rapportage via factuurdata.
Wat betekent dit voor bedrijven?
Voor bedrijven verandert er fundamenteel iets. Waar je voorheen kon vertrouwen op periodieke aangiftes en achteraf correcties, word je nu geacht transacties op het moment zelf correct, volledig en tijdig aan te leveren. In de praktijk betekent dit dat processen, systemen en rollen onder de loep moeten.
Wat in de praktijk vaak zichtbaar wordt:
- ERP-systemen moeten realtime kunnen praten: een handmatige export naar Excel volstaat niet meer. Dat vereist API-integraties of een middleware-laag die gegevens direct kan ophalen, verrijken en versturen.
- Fouten zijn niet langer intern: een verkeerd btw-nummer of ontbrekende gegevens zijn niet langer administratief ongemak, maar kunnen een rapportage-blokkade of sanctie veroorzaken. Bedrijven moeten hun datakwaliteit structureel verhogen.
- Validatie moet vóór verzending: de verantwoordelijkheid ligt bij de verzender. Controlemechanismen moeten dus verschuiven van ‘aan het eind van het proces’ naar realtime, of zelfs vóór facturatie.
- Elk land zijn eigen model: bedrijven die grensoverschrijdend opereren, hebben te maken met clearance in Italië, realtime reporting in Hongarije en Peppol-CTC in België. Die verschillen vragen om een infrastructuur die niet vastzit aan één standaard, maar juist vertaalt, verrijkt en converteert.
Organisaties die zich hierop voorbereiden, bouwen geen compliance-laag, maar een competitief voordeel. Ze zijn in staat om sneller te reageren op fiscale veranderingen, maar ook om factuurdata te gebruiken voor inkoopanalyse, cashflowprojectie of ESG-rapportage. CTC is dan geen last, maar een hefboom voor inzicht.
CTC is het begin van iets groters
Inmiddels tekent zich af dat CTC geen uitzondering is, maar de voorloper van bredere realtime governance. Het principe, data delen met autoriteiten op het moment van transactie, is toepasbaar op veel meer domeinen dan alleen btw.
Wat je nu al ziet:
- In de douanewereld wordt gewerkt met realtime goederendocumentatie.
- In de statistiek (zoals CBS) worden boekhoudsystemen direct aangesloten voor maandrapportages.
- In publieke aanbesteding ontstaan eisen voor realtime leveranciersverificatie en traceerbare facturen.
Daarnaast groeit de interesse in het combineren van fiscale data met duurzaamheids-rapportages. Denk aan automatisch gekoppelde CO2-data per factuurregel, of het controleren van ketentransparantie op basis van verplichte transactierapportage. Dat vraagt om platforms die niet alleen conformeren aan één regel, maar zijn voorbereid op een gelaagde, onderling verbonden informatiestroom.
CTC is daarmee geen eindpunt. Het is het eerste hoofdstuk in een bredere digitale controlelogica. Voor bedrijven is de vraag dus niet óf ze moeten aanpassen, maar hoe ze hun datastromen zo organiseren dat ze in elk nieuw hoofdstuk direct meedoen en niet worden ingehaald. We zijn pas aan het begin van een grotere systeemverandering:
- Van periodieke aangifte naar transactiebased rapportage
- Van nationaal belastingmodel naar internationale datastromen
- Van self-reporting naar embedded controle
CTC is daarin geen eindstation. Het is het nieuwe normaal voor elke vorm van rapportage. Denk aan douane, statistiek, subsidies, zelfs supply chain governance. Wie zich nu voorbereidt, plaatst zich strategisch vóór de curve.
Conclusie
Continuous Transaction Controls dwingen bedrijven tot aanpassing. Maar wie verder kijkt dan de checkbox, ziet vooral kansen:
- Grip op datakwaliteit
- Minder fouten, minder risico
- Eén infrastructuur voor alle landen
De praktijk laat zien hoe verschillend bedrijven omgaan met deze transformatie. Sommigen bouwen haastig een losstaande oplossing; anderen gebruiken het moment juist om hun digitale fundament te versterken. Wij helpen organisaties precies daarmee: niet met nog een tijdelijke oplossing, maar met een robuuste digitale kern die bestand is tegen toekomstige verplichtingen. Want realtime rapportage is geen trend. Het is de nieuwe norm.
Bekijk de laatste CTC updates.